Huis voor Vrouw en Wijsheid

Huis voor Vrouw en Wijsheid

Een ander landschap

Precies een jaar schrijf ik nu de Vreugdemails. Begonnen na de Vreugdevolle Vrouwendag in maart 2019. Ik had aangegeven dat ik dit een jaar zou doen. Dus zou dit de laatste Vreugdemail zijn. Met een bedankje aan iedereen voor de hartverwarmende reacties.
Maar dat doe ik niet. Ik stop er niet mee. Niet nu. Niet in deze tijd.

Het is een rare tijd. Ik was deze week een paar dagen echt van slag van de eerste corona dode in mijn omgeving. Dat wordt niet meer op maandagochtend in het bos een vrolijke groet en een ‘lekker weertje, hè’. Ook geen kort praatje meer. Eerlijk gezegd keek ik altijd wel naar die korte ontmoeting uit. En (gelukkig) herinner ik me de laatste keer ook nog goed. Al was het contact in de ogen van anderen misschien maar oppervlakkig, wat zal ik hem missen!

Het maakt dat ik weer op een andere manier ging kijken naar hoe ik deze dagen, weken beleef. Dat ik er van overtuigd ben dat we de overgang meemaken naar een nieuw tijdperk, schreef ik vorige week al. Maar we laten dus ook iets los. We laten mensen los. We laten onze ‘zekerheden’ los. We laten ons werk los. Onze toekomstdromen wellicht…

Loslaten brengt rouw met zich mee. Toen ik nog rouwbegeleider was vertelde ik wel eens over ‘het landschap van rouw’*. De rouwende reist als het ware door een bijzonder landschap. Door een troosteloze woestijn, komt bij een bevroren rivier, bij het huis van rouw en in een donker dal… Maar als rouwbegeleider zag ik dat in al die landstreken iets bijzonders te ontdekken viel: in de woestijn is altijd ergens een oase. Onder de bevroren rivier kabbelt en borrelt altijd nog wat water. Diep onder de koude as in de kachel van het huis ligt een kleine sintel te gloeien. In het donkere dal blijken de beren op de weg vooral donkere schaduwen te zijn.  

Wij zijn ook met z’n allen in een ander landschap terecht gekomen. We ervaren onzekerheid, verdriet, angst. Maar… ergens daaronder zit altijd onze levenskracht, als een oase in de woestijn, als een sintel onder de as. Je ziet het tot uiting komen in de kinderen die tekeningen maken voor de ouderen die geen bezoek meer mogen ontvangen in hun verzorgingshuis. In de waardering en het applaus voor de mensen in de vitale beroepen. Ik voel het in dat warme plekje in mijn hart dat een man op maandagochtenden in het bos creëerde. In voel het in de veelvuldige contacten die ik nu heb met mijn dierbaren in het buitenland. In de vertraging die ik in mijn leven ervaar. In de creativiteit in mij die nieuwe wegen ontdekt.

Corona is niet leuk. Ik ben er niet dankbaar voor. Ik ben wel dankbaar voor wat ik hier en daar in mensen zie gebeuren en wat ik in mijzelf voel gebeuren. Dat geeft hoop voor de toekomst. Want die komt er!

* Naar het boek ‘Leven in het land van rouw’, maar helaas ben ik de naam van de schrijfster kwijt